Kunstmatige intelligentie (AI) in de klas verrijkt het onderwijs, maar lost het lerarentekort niet op. Toch kan het veel betekenen voor leerlingen en leerkrachten. ITS raadt aan om het gebruik van kunstmatige intelligentie goed te overwegen.
AI-modellen worden alsmaar meer gebruikt, ook in het onderwijs. Ontwikkelaars van AI-docenten en assistenten beloven tijdsbesparing en taakvervanging. De hoop is dat goed getrainde taalmodellen kunnen helpen bij het lerarentekort, maar uit gesprekken met mensen werkzaam in het onderwijs blijkt dat dit niet zo vanzelfsprekend is. Technologie maakt het vak op sommige gebieden misschien wel simpeler, maar op andere gebieden kan AI het vak juist ingewikkelder maken voor de leerkracht. Het administratieve werk dat een AI-model kan overnemen is zoek- of nakijkwerk. In elk geval werk waarbij niet direct contact met leerlingen nodig is. Dit repetitieve werk kan leerkrachten tijd schelen, maar het blijft van belang dat de leerkracht zelf de data analyseert. Een systeem kan bijvoorbeeld niet zien of een leerling de stof helemaal niet begrijpt of dat hij per ongeluk een kleine rekenfout heeft gemaakt. Haitske de Visser, leerkracht-onderzoeker bij de Thomas More Hogeschool, bekrachtigt dit: ‘Een systeem is nu eenmaal geen mens, het blijft een systeem, zonder ethiek of begrip.’ ‘Onderwijs is een relatiegestuurd vak’, aldus Ron de Bruijn van basisschool De Venen in Reeuwijk. Ook de voorzitter van de Onderwijsraad, Edith Hooge deelt deze visie: ‘Sociaal contact, interactie en pedagogische sensitiviteit blijven nodig.’
Dus AI lost het lerarentekort op dit moment niet op, maar kan wel wat betekenen voor het onderwijs. Suzanne Unck, programmamanager bij het Groeifondsproject Impuls Open Leermateriaal, noemt bijvoorbeeld het project Digiteach, dat AI-lesinstructies taal en rekenen biedt: inzetbaar in alle gevallen waar een assistent of ondersteuner de klas opvangt. Entechnologie betekent sowieso gemak voor het onderwijs. Unck noemt een aantal voorbeelden: ‘Makkelijker samenwerken in bestanden (denk aan Sharepoint), in plaats van erover te vergaderen. Snel contact met ouders via een ouderapp en minder repetitief administratiewerk.’ AI kan ook voor het samenstellen van lesmateriaal een hulpmiddel zijn. Maar ook hier moeten docenten een oogje in het zeil houden. ChatGPT haalt informatie bijvoorbeeld rechtstreeks van het internet, waarbij het geen onderscheid maakt tussen feiten, meningen en onzin. Voordat een dergelijk AI-model wordt ingezet om een lesvoorstel te creëren, is het dus van belang dat de leraar weet hoe het gebruikte systeem aan de informatie komt. Kortom, wat is de bron? Dit illustreert een van de complexiteiten van het implementeren van technologie in de klas. Tegenwoordig kun je niet zonder ICT en techniek in de klas. Het biedt veel mogelijkheden om het onderwijs te verrijken, maar het is geen wondermiddel. Kunstmatige intelligentie in de klas gaat voorlopig in samenwerking met leerkrachten (bron: Onderwijsblad).